Werken bij de nieuwe toezichthouder
Sinds 2005 werk ik in en om de zorg. Ik heb vanaf de start bij de toezichthouder gewerkt, de Nederlandse Zorgautoriteit. Ik ontwikkelde de strategie en begeleidde de voorzitter van de Raad van Bestuur, Frank de Grave, in zijn presentaties naar het veld om de Zorgautoriteit op de kaart te zetten. Daarnaast was ik projectmanager van strategische projecten met veel politieke druk en aandacht van stakeholders.
Als voorzitter heb ik het proces begeleid waardoor apothekers en apotheekhoudende huisartsen 600 miljoen euro van hun bonussen en kortingen hebben ingeleverd. Ook leidde ik het eerste onderzoek naar de praktijkkosten voor huisartsen. Huisartsen waren niet gewend dat een toezichthouder in de boeken kwam kijken, dus het was nodig om ze enerzijds hiertoe te verleiden met (door VWS) betaalde hulp van een accountant, maar daarnaast er wel voor te zorgen dat voldoende huisartsen meewerkten. Dit onderzoek maakte duidelijk dat huisartsen gemiddeld 50% meer inkomen aan hun werk overhielden dan werd aangenomen.
Wat mij enorm veel energie gaf, was de ontwikkeling van innovatie-beleid. Door de beleidsregel innovatie kunnen zorgaanbieders en verzekeraars samen in drie jaar nieuwe vormen van zorg ontwikkelen. Achteraf evalueert de NZa samen met wat nu het Zorginstituut Nederland is, of de ontwikkelde zorg echt innovatief is en wordt omgezet in reguliere zorg, eventueel verzekerd in het basispakket.
De eerste vierenhalf jaar bij de Zorgautoriteit, woonde ik nog in Engeland en reisde ik op zondagavond heen en op donderdagavond terug. Dat was best een moeilijke tijd, ik wilde graag in Nederland werken, maar miste mijn man en kinderen zeer. Eind 2009 gingen we weer met zijn allen in Nederland wonen en was ik klaar voor een volgende stap. Ik was zeer betrokken bij de politiek en wilde daar meer mee doen in mijn werk. Lokaal werd ik actief door voorzitter te worden van de financiële commissie in Amsterdam. Ik introduceerde de regel dat het eerste drankje van de afdeling kwam en men daarna zelf de portemonnee moest trekken. Dat vond ik heel normaal, maar dat werd in het liberale Amsterdamse klimaat soms als krenterig gezien. We vonden elkaar in het uitgangspunt dat je geld van de leden van een vereniging moet inzetten voor het doel van die vereniging: verkiezingen winnen. Natuurlijk moet je actieve leden bedanken en successen vieren, maar de wekelijkse borrel gaat op eigen kosten !
In 2010 won de VVD de landelijke verkiezingen en werd Rutte I geformeerd. In 2009 en 2010 was ik deels gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie in Den Haag om de verschillende rollen van het Ministerie in de forensische zorg te ontvlechten en te zorgen voor onafhankelijke prijsstelling van forensische zorg. In oktober 2010 kreeg ik daar een telefoontje… of ik naar de Tweede Kamer wilde komen om te komen praten. Een bewindspersoon mag maar één adviseur zelf uitkiezen, de rest van de ambtenaren werken al op het departement. Edith Schippers werd minister met de portefeuille Volksgezondheid en Sport. We waren in de jaren 90 samen beleidsmedewerker geweest in de VVD fractie. Diezelfde middag ging ik nog. Ik hoefde er niet lang over na te denken. Bij de NZa moest ik snel mijn projecten overdragen en binnen twee weken na het eerste gesprek, startte ik als politiek adviseur van minister Schippers.