Maidenspeech – Herziening Wet Arbeid Vreemdelingen

Hier kun je de maidenspeech bekijken en hieronder staat de uitgewerkte tekst.

Mevrouw de Voorzitter,

Hier sta ik dan voor mijn maidenspeech. Deze heb ik al driemaal eerder voorbereid, de vierde keer is onverwacht raak!

Vandaag is voormalig Brits premier Thatcher begraven. Deze historische gebeurtenis deed me terug denken aan mijn tienerjaren, de jaren 80, De Koude Oorlog. Poetin werkte als KGB agent achter het IJzeren Gordijn in Oost-Duitsland dat de IJzeren dame met Poetins voorganger Gorbatsjov heeft helpen afbreken.

Voorzitter,

Als econoom, geschoold in Londen, ben ik aanhanger van een kleinere overheid en meer ruimte voor private investeringen als weg naar economische groei en welvaart voor een ieder. Een vriend die op een feestje mijn klassiek liberale pleidooien observeerde, heeft me gekoppeld aan de uitspraak:

“You turn if you want to, the lady is not for turning”.

Mevrouw de Voorzitter,

Na snokkelharde koppigheid houdt de vergelijking met de Iron Lady ook op. Maggie Thatcher heeft me wel  geïnspireerd. Haar passie te strijden voor het landsbelang boven het persoonlijk belang, de van huis uit mee gekregen  kruideniersmentaliteit en haar daadkracht.

Een quote die mij bijzonder aanspreekt is:

“I came to office with one deliberate intent:
to change Britain from
a dependent to a self-reliant society
from a give-it-to-me, to a do-it-yourself, nation.
A get-up-and-go, instead of a sit-back-and-wait-for-it-Britain.

Dat is precies wat mij heeft gemotiveerd  de politiek in te gaan. Als klein radertje in een groot geheel mijn bijdrage te leveren aan een activerende maatschappij. Een samenleving waarin je wordt uitgedaagd het beste uit jezelf te halen, je talenten te ontwikkelen en trots op eigen benen te staan

Mevrouw de voorzitter,

Ik heb meer kansen gekregen en benut dan mijn ouders. Mijn ouders hebben de middelbare school niet afgemaakt. Zo snel mogelijk gaan werken om geld te verdienen, was het credo. Mijn moeder heeft op haar 50ste, ondanks alleen de lagere school, zeer succesvol een verkorte mbo opleiding met scheikunde en natuurkunde afgerond. Wat was ik trots op haar en zij op haarzelf. Zo heb ik door ervaring geleerd dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt, maar waar je naar toe gaat.

Mevrouw de voorzitter,

Nederland is een vrij land, maar de vrijheid van mensen om te werken wanneer ze willen, kent grenzen. Werkende mensen in Nederland betalen belasting en premies  voor sociale zekerheid.  Daar is iedereen toe bereid.

Het is aan de belastingbetaler niet uit te leggen dat we arbeidsmigranten van buiten Europa halen om hier het werk te doen. Dat terwijl er nu in Nederland ruim 600.000 mensen werk zoeken en er in totaal 26 miljoen mensen in Europa zijn die zonder baan zitten.

De VVD vindt: Voor wie kan werken en een uitkering heeft, is werken geen vrijblijvende keuze maar een verplichting. De VVD fractie is voorstander van deze wetsherziening. We kunnen alleen werken aan het verbeteren van de integratie als we tegelijkertijd de kansarme immigratie beperken. We moeten lessen trekken uit onze ervaring met het binnenhalen van goedkope arbeidskrachten in de jaren zeventig.  Velen raakten uiteindelijk afhankelijk van een uitkering. Dat was niet goed voor hen, niet voor hun integratie in de samenleving en zo ook niet voor Nederland.

Mevrouw de voorzitter,

Over een aantal van de instrumenten in de wet heb ik nog vragen:

Ten eerste: De duur van de tewerkstellingsvergunningen wordt verkort van drie naar één jaar en verlenging is niet meer mogelijk. Pas na vijf jaar mogen arbeidsmigranten in Nederland werken zonder vergunning. De VVD fractie vindt dit positieve maatregelen.

Het aantal verstrekte vergunningen is door het restrictieve beleid van het vorige Kabinet gedaald van 75.000 in 2006 naar minder dan 12.000 per jaar. Met deze maatregelen verwacht de VVD fractie dat het aantal vergunningen verder gaat dalen. Deelt de minister deze mening? Kan hij inschatten over hoeveel werkvergunningen het dan nog gaat?

Voorzitter,

Ten tweede de verandering in de arbeidsmarkttoets door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UWV. De VVD fractie vindt het positief dat wordt geprobeerd de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt helder te maken. Zodat werkgevers en werknemers elkaar beter kunnen vinden.

Ik heb hier nog wel een paar vragen bij:

Is het UWV voldoende toegerust om dit inzicht te bieden? Weet het UWV wie er in de kaartenbakken zitten? Als mensen een baan gevonden hebben en hun uitkering stopt, worden ze dan door het UWV uit de bestanden verwijderd?

Voorzitter,

het UWV is geen marktpartij, als het geven van inzicht in vraag en aanbod van arbeid in Nederland al een uitdaging is, hoe gaat het UWV dan inzicht bieden in het aanbod van mensen in alle landen van Europa?

Voorzitter,

De VVD-fractie wil liefst dat er zo weinig mogelijk vergunningen  worden verstrekt. Als er  één wordt verstrekt, dan is het UWV gehouden zijn klanten een snelle en adequate service te leveren.

Van werknemers heb ik gehoord dat het nu wel zeven weken kan duren voordat een besluit valt, ook als er geen arbeidsmarkttoets plaats vindt. Uit de stukken begrijp ik dat als al binnen een week duidelijk is  wat het arbeidsaanbod is in een sector, direct een besluit kan worden genomen. Als werkgevers een vacature hebben, willen ze die snel, liefst binnen een maand, kunnen invullen. Het UWV moet daar, zeker in deze tijd, op anticiperen.

Is de minister het met de VVD fractie eens dat een besluit op aanvraag moet aansluiten bij de termijn van werkgevers? Wil de minister erop toezien dat het UWV zijn service aan werkgevers en werknemers verbetert?

Mevrouw de voorzitter,

De oorsprong van het quotum in deze wetsherziening heeft me enigszins verbaasd. De minister geeft aan deze limiet te zien als uitwerking van de motie Van Dam-Van Nieuwenhuizen, niet Van Nieuwenhuizen-Van Dam uit november 2011. Deze motie, ingediend bij de begroting, vroeg niet om het instellen van een sectorquotum bij wetsherziening, maar om het niet verstrekken van een vergunning aan Bulgaren en Roemenen in het jaar 2012.

De minister vermoedt dat dit quotum per sector alleen een stok achter de deur is, maar in de praktijk niet snel zal worden ingesteld. Als er werkzoekenden in een sector zijn, dan wordt een vergunning toch al geweigerd.

Kan de minister een concreet voorbeeld geven uit de huidige praktijk, van een sector waar de minister een nullijn zou willen inzetten? Dit zodat de sector zich meer inspant voor werving, opleiding en training van werkzoekenden hier?

Mevrouw de voorzitter,

Rest mij nog een tweetal specifieke vragen, voordat ik afrond:

De minister geeft in de stukken aan dat de vrijstellingsregeling voor de bemanning van zeeschepen zal worden uitgebreid naar vissersschepen en baggeraars. Dit omdat de schepen vaak met eenzelfde bemanning de territoriale wateren van verschillende landen bevaren. De minister wil dit regelen in een Besluit ter uitvoering van deze wetsherziening.  De VVD fractie vindt dit een positieve ontwikkeling. Het zou raar zijn als de bemanning van schepen moet worden vervangen zodra het schip Nederland binnenvaart.

Waarom heeft dit niet geleid tot vreugde bij de waterbouwers? We hebben van hen verontrustende berichten gehoord dat de regels voor hen juist strenger zouden worden dan nu ? Klopt dat? Wil de minister ingaan op de bezwaren die de waterbouwers in een brief aan hem hebben geventileerd?

Voorzitter,

Over de effecten op de lasten van het bedrijfsleven zijn de meningen verdeeld. Het UWV en de Raad van State denken dat de lasten van werkgevers stijgen, omdat ze vaker een vergunning zullen aanvragen. De minister geeft aan dat deze herziening 1,7 miljoen lastenverlichting oplevert. Dit omdat werkgevers nog wel de identiteit moeten vaststellen van hun werknemers, maar die gegevens niet vijf jaar hoeven te bewaren.

Met de digitalisering van identiteitsbewijzen zou je verwachten dat er geen effect is op de lastenverlichting van deze maatregel. Zou de minister de lastenverlichting willen onderbouwen en ook ingaan op de mening die het UWV is toegedaan?

Mevrouw de voorzitter,

Tot slot.

Het is een voorrecht om lid van deze Kamer te mogen zijn sinds 20 september 2012. Een voorrecht in meerdere opzichten. Vele van de gezichten van het personeel zijn nog bekende gezichten. Het is een voorrecht om met zoveel ervaren, loyale mensen te mogen werken die je allen, elke dag zo hartelijk ontvangen en helpen. Mijn dank hiervoor.

In 1996 ben ik hier aangenomen als beleidsmedewerker in een fractie geleid door Frits Bolkestein. Zwanger en net gehuwd ben ik mijn man in 2000 gevolgd naar Engeland. (Ik mag weer thuiskomen). Tien jaar heb ik gewijd aan studie en werk buiten de politiek, een leerzame tijd.

In 2010 was het hele gezin weer gesettled in Nederland, toen ik werd gevraagd als politiek assistent van de, het spijt me minister Asscher, beste minister van zowel het vorige als het huidige Kabinet, Edith Schippers.

Mijn echtgenoot en kinderen hebben me altijd gesteund in het besluit om de politiek in te gaan, ook al ben ik minder dan vele andere echtgenoten en moeders thuis, wat soms moeilijk is voor hen en voor mij. Dat ik die ruimte heb, daar ben ik hun zeer dankbaar voor.

Voorzitter,

Met het lidmaatschap van deze Kamer is De Kring rond. Ik heb de Kamer gezien als beleidsmedewerker, als politiek assistent en nu als Kamerlid. Daarom wil ik afsluiten met een nog steeds actuele typering van de problematiek van hedenmiddag door Frits Bolkestein:

Beperk immigratie, bevorder integratie en bestrijd discriminatie!