Schriftelijke vragen van Nijkerken en Schut-Welkzijn over het bericht “Bijstand Fraude Loont”

Vragen van het lid Nijkerken-de Haan en Schut-Welkzijn (beiden VVD) aan de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht “Fraude loont” (ingezonden 16 april 2015).
1. Heeft u kennisgenomen van het bericht in Binnenlands Bestuur: ‘Sociaal rechercheurs: fraude loont’’[1]?

 

2. Deelt u de mening van de leden van de VVD dat moet worden voorkomen dat ‘de echte fraudeur ontkomt aan een passende sanctie”?

 

3. Klopt de uitspraak in het artikel dat “veel gemeenten alleen de prioriteit leggen bij het beëindigen van de uitkering” en dat hierdoor fraude onvoldoende wordt bestreden?

 

4. De grens van aangifte tegen fraudegevallen ligt op €50.000. In een aantal regio’s komt het OM in actie bij een fraudebedrag van €20.000. Waarom is deze grens verschillend per regio?

 

5. Kunt u aangeven wat de incassoratio is van boetes die opgelegd worden na fraude door bijstandsgerechtigden? En hoe vaak leidt dit tot het beëindigen van de uitkering na 2013?

 

6. Als gevolg van een uitspraak van de rechtbank in Rotterdam hoeven bijstandsgerechtigden die verdacht worden van fraude hun informatieplicht niet meer na te komen. Hoe gaat u voorkomen dat mensen die verdacht worden van fraude hiermee door kunnen gaan, zolang het onderzoek loopt?

 

7. Hoe gaat u bevorderen dat de fraudewet beter wordt gehandhaafd door gemeentes dan nu het geval is?

[1] Sociaal rechercheurs: fraude loont, BinnenlandsBestuur.nl, 15 april 2015, http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/sociaal-rechercheurs-fraude-loont.9470886.lynkx