Antwoorden op Schriftelijke Vragen over het bericht ‘Integratiesubsidies weggesluisd’

22 september 2015

2015Z11517

 

Vragen van de leden Schut-Welkzijn en Potters (beiden VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht ‘Integratiesubsidies weggesluisd’ (ingezonden 17 juni 2015)

 

1

Bent u op de hoogte van het bericht ‘Integratie subsidies weggesluisd’?1) Hoe waardeert u deze berichtgeving?

 

Antwoord:

Ja, ik ben op de hoogte van dit bericht. Voor het antwoord op het tweede deel van de vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op de eerste vraag van mw. Karabulut (2015Z11515)

 

2

Wat is de relatie tussen de verschillende genoemde organisaties en de Rijksoverheid? Hoeveel subsidie hebben het Marokkaans Nederlands Interactieteam Jeugd en Forum gekregen? Van wie? Voor welk doel dienden de gelden te worden gebruikt?

 

Antwoord:

De Rijksoverheid gaf in 2002 het integratiebeleid vorm met behulp van verschillende organisaties, zoals FORUM als expertisecentrum, organisaties die op basis van de in de inmiddels ingetrokken Wet Overleg Minderhedenbeleid (Staatsblad 1997, 335) vastgelegde representativiteitscriteria werden toegelaten tot het Landelijk Overleg Minderheden (LOM) en het Nederlands-Marokkaans Interactieteam Jeugd. FORUM vervulde een vraagbaakfunctie voor zowel individuen als organisaties waar het ging om multiculturele vraagstukken en organiseerde debatten, verzorgde trainingen en publicaties. Het op de Wet Overleg Minderhedenbeleid gebaseerde Landelijk Overleg Minderheden vervulde vier functies, te weten:

  1. antennefunctie: inzicht bieden in de ontwikkelingen binnen de minderhedengemeenschappen;
  2. kwaliteitsfunctie: het verbeteren van de kwaliteit van het gevoerde beleid door hiaten in het huidige beleid dan wel onvoorziene effecten van beleid, in kaart te brengen;
  3. draagvlakfunctie: het verbreden van het maatschappelijk draagvlak van het integratiebeleid bij minderheden zodat de effectiviteit van dit beleid dat zich mede op hen richt, wordt versterkt;
  4. kanaliseringsfunctie: het kanaliseren van maatschappelijke spanningen. Als gevolg van de maatschappelijke onrust na de moord van Theo van Gogh op 2 november 2004 voerden de LOM-organisaties in 2005 t/m 2007 het door hen zelf geschreven plan “Niet naast elkaar, maar met elkaar” uit dat gericht was op versterking van maatschappelijke binding en tegengaan van radicalisering.

Met verwijzing naar het instellingsbesluit van het Marokkaans-Nederlands Interactieteam Jeugd (Staatscourant 1 mei 2002, nr. 82 / pag. 9) werd dit Interactieteam Jeugd in 2002 voor twee jaar ingesteld door de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid en de staatssecretaris van Justitie. Overeenkomstig artikel 3 van het instellingsbesluit had dit Interactieteam de volgende taken:

  1. het consulteren en horen van deskundigen, instellingen en verschillende groepen binnen de Marokkaanse gemeenschap ten behoeve van het uitvoeren van de taken, genoemd in dit lid;
  2. het signaleren van ontwikkelingen aangaande de Marokkaanse gemeenschap in het algemeen en de Marokkaanse jeugd in het bijzonder en deze ontwikkelingen ten minste tweemaal per jaar rapporteren aan en bespreken met de minister en de staatssecretaris;
  3. het brengen van bezoeken aan en voeren van overleg met gemeenten en instellingen waar zich problemen met Marokkaanse jeugd voordoen waarbij het interactieteam, in het geval een van de bij de problemen betrokken partijen daarom vraagt, bemiddelt tussen bedoelde partijen en deze partijen voorstellen doet om de problemen op te lossen;
  4. het doen van voorstellen aan gemeenten en instellingen voor de aanpak en oplossing van problemen met Marokkaanse jeugd;
  5. het stimuleren van het ontstaan van contacten tussen de verschillende groepen binnen de Marokkaanse gemeenschap en contacten tussen bedoelde groepen en relevante instellingen en gemeenten.

Op grond van artikel 6 van het instellingsbesluit werd gedurende deze twee jaar jaarlijks een bedrag van 68.067,03 euro (inclusief btw) beschikbaar gesteld aan dit Interactieteam. In 2002 werd FORUM, die in 1996 nog een bundeling was van negen landelijke minderhedenorganisaties, met elk hun eigen achterban en doel, gebundeld in een kennis- en expertisecentrum. In 2004 werd de subsidiëring van FORUM (een bedrag van rond zes miljoen euro op jaarbasis) overgedragen van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. In 2002 was er voor de organisaties die toegelaten werden tot het Landelijk Overleg Minderheden, een bedrag van 2,3 mln. euro beschikbaar op jaarbasis.

 

3

Wat zijn de regels rondom de toegang tot rekeningen van de denktank door betrokkenen? Hoe heeft het kunnen gebeuren dat individuen overheidsgelden voor privédoeleinden gebruiken? Hoe worden organisaties die subsidies ontvangen voor antiradicaleringsprojecten geselecteerd?  Op basis van welke overwegingen is gekozen met de genoemde organisaties te werken? Hoe en door wie is vervolgens gecontroleerd dat de gelden goed zijn besteed?

 

Antwoord:

Het financieel beheer bij gesubsidieerde instellingen dient zo te zijn geregeld dat misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidiegelden wordt voorkomen. Dat de betreffende rekening van het in 2002 door de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid en de staatssecretaris van Justitie ingestelde Interactieteam met de uiteindelijk van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afkomstige subsidiemiddelen gebruikt zou zijn voor frauduleuze doeleinden met de beschikbaar gestelde middelen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2014, is thans onderwerp van onderzoek door het Openbaar Ministerie. De uitkomsten daarvan moeten worden afgewacht om te kunnen verklaren of en zo ja hoe frauduleuze handelingen hebben kunnen plaatsvinden. De selectie van de organisaties om in opdracht van FORUM radicalisering tegen te gaan berustte bij FORUM. FORUM was gerechtigd om externe partijen in te schakelen voor het uitvoeren van activiteiten die gericht waren op antiradicalisering. De overweging van FORUM om met lokale externe organisaties samen te werken was ingegeven door het lokale netwerk van deze organisaties. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ziet toe op rechtmatigheid en doelmatigheid van de aan FORUM verstrekte subsidie op basis van de door FORUM in te dienen verantwoording en het daaraan gepaard gaande financieel beheer. In dat kader keurt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het werkplan goed en verleent goedkeuring aan eventuele wijzigingen van het werkplan, voert het departement periodiek en nader overleg over de voortgang van het werkplan met de subsidieontvanger, beoordeelt rapportages en jaarverslag. Voorts baseert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zich op de verklaring van de accountant bij de jaarrekening.

4

Wat gaat u doen om het probleem op te lossen? Hoe worden eventueel wederrechtelijk verkregen gelden teruggehaald?

 

Antwoord:

Met verwijzing naar het antwoord op de derde vraag van mw. Karabulut (2015Z11515) zal de uitkomst van de gerechtelijke procedures worden afgewacht alvorens een beslissing te nemen over het terugvorderen van eventueel onrechtmatig bestede deel van de subsidie.

 

5

Deelt u de mening dat dergelijk misbruik het draagvlak voor het verlenen van overheidssubsidies in den brede en voor integratie in het bijzonder ondermijnt?

 

Antwoord:

In algemene zin kan gesteld worden dat misbruik van subsidies het maatschappelijk draagvlak voor subsidies niet ten goede komt.

 

 

6

Hoe gaat u dit in de toekomst voorkomen?

 

Antwoord:  Bij elke subsidietoekenning stelt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eisen ten aanzien van de rechtmatigheid, tevens vindt een toets plaats op de eventuele registratie van de subsidieontvanger in het misbruikregister van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarmee is in opzet zo goed mogelijk geborgd dat fraude wordt voorkomen. Dit laat onverlet dat de kans op fraude nooit helemaal is uit te sluiten.

 

1) NRC Handelsblad d.d. 12 juni 2015

 

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut (SP), ingezonden 17 juni 2015 (vraagnummer 2015Z11515).