Voorzitter,
De agenda van de informele raad onder Grieks voorzitterschap bestaat uit workshops over een concept-rapport arbeidsmarkthervormingen, dat is samengesteld door het EU-werkgelegenheid comité. In de brief hierover van de minister lezen we dat Nederland zich in grote lijnen kan vinden in de inhoud van dit rapport. Als parlement kunnen we dit niet controleren, want het rapport is niet openbaar. We moeten de minister op zijn blauwe of groene ogen geloven.
Dat zouden we graag doen, maar de taak van ons parlementariërs is het Kabinet controleren en input geven voor de discussie in de Europese raad en daarvoor is het nodig dat we zelf het oordeel vellen over rapporten, ook als die nog niet zijn vastgesteld. Zelf heb ik als rapporteur voor het Europees semester in het Europees parlement gedebatteerd over sociale zaken beleid met Europarlementariërs, parlementariërs van lidstaten en commissarissen, waaronder Andor en Rehn. Het leek mij vaak een discussie tussen doven en blinden. De ene groep wil dat alle banen van de overheid komen, het liefst gefinancierd uit Brussel. De andere groep wil de sociale zekerheid structureel hervormen om met minder schulden en minder regels ondernemers te verleiden te innoveren en werkgelegenheid te creëren. Dat laatste heeft uiteraard de voorkeur van de VVD.
Het heeft mij in Europa verbaasd hoeveel commissarissen zich bezig houden met de AOW en pensioenen. Andor vanuit Sociale Zaken, Barnier vanuit de interne markt en Rehn vanuit het Europees Semester. Dit staat volgens de VVD een integrale discussie en de benchmarking van de verschillende stelsels in de weg, omdat iedereen een klein onderdeel belicht. Nederland loopt voorop als het gaat om de verhoging van de AOW-leeftijd en sparen voor pensioenen. Zou de minister eens aan de orde willen stellen om hier één verantwoordelijke commissaris voor te benoemen, nu dat er na de Europese verkiezingen weer een nieuwe Commissie wordt gevormd?
In de In-depth-review, het rapport met macroeconomische onevenwichtigheden geeft de Europese Commissie aan dat de belangrijkste reden voor het relatief lage werkloosheidscijfer in Nederland het efficient stelsel van uitzendbureaus en een wijdverbreid gebruik van flexibele arbeidsovereenkomsten is. De vraag is natuurlijk of de minister dit succesvolle beleid van Nederland in Europa gaat promoten? De minister schrijft namelijk in zijn brief in Europa te streven naar een veerkrachtige arbeidsmarkt met voldoende flexibiliteit, waar fiscaal beleid behulpzaam in kan zijn.
Kan de VVD van de minister de verzekering krijgen dat de minister zich in Europa zal inzetten op arbeidsmarkthervormingen en niet op nivellerende harmonisering van fiscaal beleid gericht? Volgens de VVD hebben we minder regels en minder lasten nodig en niet meer.