door Emile Kossen
Eind 2015 klapten, na jarenlang gesteggel, de onderhandelingen tussen Nederland en Marokko over de export van uitkeringen. De Tweede Kamer is de obstructieve houding van Marokko zat, en gaat nu zelf over tot actie.
Recht op uitkeringen
Momenteel hebben Marokkaanse Nederlanders die in Marokko wonen door dat verdrag recht op alle Nederlandse uitkeringen. Nederland wil dat de hoogte van bijvoorbeeld kinderbijslag en een arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt aangepast aan de levensstandaard in Marokko.
Dat zou betekenen dat de bedragen flink omlaag kunnen. VVD-kamerlid Anoushka Schut-Welkzijn schat dat het Marokkaanse minimumloon rond de 250 euro per maand ligt. Een Nederlandse uitkering staat daarmee gelijk aan 1,5 keer modaal.
Lange onderhandelingen
Om een verlaging te bereiken onderhandelde minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, PvdA) vorig jaar nog maandenlang met de Marokkanen over aanpassingen aan het verdrag. Eind september gaf hij aan dat er een akkoord was, maar de Marokkanen kwamen in december 2015 opeens met aanvullende eisen. Nu vindt de Tweede Kamer het dus wel genoeg.
Asscher zegt nog altijd te werken aan een akkoord met Marokko. In een brief aan de Kamer legt hij uit dat het eenzijdig opzeggen van het verdrag ‘druk zal leggen op de diplomatieke relatie met Marokko’.
Dreigementen
Tijdens de onderhandelingen dreigden de Marokkanen al dat opzeggen van het verdrag ongunstige gevolgen kan hebben voor Nederland. Zo zou onder meer de samenwerking op het gebied van criminele (fraude-)opsporing en vervolging in het geding komen.
Als de Tweede Kamer een wet goedkeurt die het verdrag opzegt, is het aan de Eerste Kamer om ook in te stemmen. Op zijn vroegst kan het verdrag 1 januari 2017 formeel worden beëindigd.
Lees het artikel hier.